Analyse: Is de verdediging minder dit seizoen?

We zijn inmiddels zeven wedstrijden onderweg en VVV-Venlo staat op de 14e plek. Wat op het eerste gezicht zeker niet dramatisch is, maar het aantal van 24 tegendoelpunten baart echter wel zorgen. Na de 0-13 nederlaag tegen Ajax zag de achterhoede er tegen FC Den Bosch (4-2 winst) en FC Groningen (2-1 verlies) er wederom niet erg stabiel uit. Nu is dit al een aantal wedstrijden aan de gang, maar gemaskeerd door het puntenaantal. Dit is frappant, aangezien hier voorgaande jaren juist onze kracht lag, bij een solide verdediging. Voorheen waren we – voornamelijk onder Maurice Steijn – altijd, door het compacte voetbal, een stugge tegenstander. Hier lijkt echter niet veel meer van over. Hoe zou dat kunnen komen?

We kunnen allereerst kijken naar de achterhoede van afgelopen seizoen. We eindigden vorig seizoen met Christian Kum, Roy Gelmi, Steffen Schäfer, Stan van Dijck en Nils Röseler als centrale verdedigers. En op de backposities met Roel Janssen, Tobias Pachonik en Tristan Dekker. Slechts twee spelers vetrokken: Röseler vertrok naar SV Sandhausen en Janssen naar Fortuna Sittard. In ruil hiervoor trokken we Lukas Schmitz en Arjan Swinkels aan. Over het algemeen is de achterhoede dus nagenoeg hetzelfde gebleven, maar de positie van Stan van Dijck is veranderd van een jeugdspeler naar volwaardig selectielid. Ook de doelmanpositie bleef hetzelfde, met Kirschbaum.

Om een eerlijke vergelijking te kunnen maken tussen dit seizoen en afgelopen seizoen, bekijken we enkel de resultaten onder Hans de Koning. Na het ontslag van Maaskant (die graag aanvallender voetbal wilde spelen) keerde het compacte voetbal – wat we kennen van het ‘Steijn-tijdperk’ – terug. In de laatste zeven wedstrijden van Maaskant kregen we 25 doelpunten tegen, in de eerste zeven wedstrijden van De Koning kregen we er slechts 6 tegen.

Door het compactere voetbal onder De Koning zijn we er dus verdedigend op vooruitgegaan. Maar ook dit seizoen zien we dus een verschil in de stabiliteit van de verdediging.

Laten we de statistieken erbij nemen. We kijken hierbij naar de laatste zeven wedstrijden van afgelopen seizoen en naar de eerste zeven wedstrijden van dit seizoen. Vorig seizoen kregen we in dat tijdsbestek 103 schoten tegen, dit seizoen zijn dit er maar liefst 143. Qua gewonnen duels is het verschil nihil, waar het afgelopen seizoen 61,2% van de duels gewonnen werden, zijn dit er nu 61%. Het percentage gewonnen luchtduels is zelfs exact hetzelfde gebleven, 49,6%. Het gemiddeld aantal intercepties is dit seizoen dan wel weer toegenomen, van 44,2 naar 46,1. We zien dus – mijns inziens verrassend – amper verschil in statistieken tussen afgelopen seizoen en dit seizoen.

Het verschil kan hem ook zitten in het vertrek van Janssen en het aantrekken van Schmitz. Dus laten we ook daar de statistieken van bekijken. Om een eerlijke vergelijking te maken kijken we naar de statistieken van Schmitz en die van Janssen in dezelfde wedstrijden van vorig seizoen (Ajax-thuis, AZ-uit, Utrecht-thuis en Emmen-uit). In deze wedstrijden won Janssen gemiddeld 59,7% van zijn duels, Schmitz wint er dit seizoen gemiddeld 62,3%. In diezelfde wedstrijden wist Schmitz gemiddeld 5,8 onderscheppingen te maken. Janssen deed het wederom iets minder, gemiddeld 3 per wedstrijd. In gewonnen luchtduels deed Janssen het dan wel weer beter, hij won al zijn luchtduels en Schmitz vijf van de zeven. Ook leed Schmitz vaker balverlies (35 maal) dan Janssen (24 maal), dit kan echter wel te maken hebben met de meer aanvallendere intenties van Schmitz. Qua linksback-positie zijn we er dus (volgens de statistieken) op vooruit gegaan.

De statistieken laten dus weinig verschillen zien tussen afgelopen seizoen en dit seizoen. Dan blijft het vertrek van Röseler over. En daar zou ook het probleem kunnen liggen: in de organisatie. Met Röseler hadden we een degelijke verdediger die constant medespelers aanstuurde. Het probleem in de organisatie is het beste te zien bij de 2-0 tegen FC Groningen.

Gelmi lijdt balverlies op het middenveld en FC Groningen kan vrijuit counteren. Gelukkig haalt Da Cruz er niet het maximale uit en kunnen Gelmi, Schäfer en Swinkels de aanvallers bijhouden en de aanval onschadelijk maken.

Althans, dat zou je denken. Zodra Gelmi en Schäfer bij hun man aankomen besluiten ze beiden weg te lopen van de tegenstanders. Gelmi kiest ervoor om richting de doellijn te lopen en Schäfer besluit druk te zetten op de bal (terwijl Swinkels daar al staat). Hierdoor staan Lundqvist en Strand Larsen vrij, waardoor de laatstgenoemde hem makkelijk kan binnenschieten.

Wanneer Gelmi en Schäfer bij hun man blijven staan, is de situatie stukken minder gevaarlijk, zoals we in de onderstaande afbeelding kunnen zien.

We kunnen dus concluderen dat de organisatie achterin op dit moment het struikelblok is voor VVV. Hoewel de statistieken vrijwel identiek zijn met afgelopen seizoen, kunnen we het compacte, goed georganiseerde voetbal niet meer zo goed opbrengen. Hierin is – mijns inziens – het vertrek van Röseler cruciaal. Zowel Gelmi, Kum en Swinkels hebben niet voldoende sturende capaciteiten. Wellicht zou Post achterin een optie zijn? Of zoals op Twitter steeds meer geopperd werd: met vijf verdedigers spelen? Hoe dan ook, ik ben benieuwd hoe De Koning dit probleem komende zaterdag tegen Heracles gaat aanpakken. Want dat er achterin een probleem ligt, lijkt mij wel duidelijk.

3 Responses

  1. Prima analyse maar toch mis ik een aantal dingen. De blessure van Kirchbaum die vervangen werd door Van Crooij, wat voor een flinke aderlating zorgde achterin.
    Gelmi heeft vorig seizoen nauwelijks gespeeld en wat hij zeker de laatste wedstrijden laat zien is niet best.
    Zeker als je inderdaad kijkt naar die tegendoelpunten in de wedstrijd tegen FC Groningen, dan maken spelers bij het verdedigen echt verkeerde keuzes. Je mag ook wel verwachten dat ze zelf enig inzicht hebben waar ze zich moeten positioneren bij een tegenaanval. Dat is m.i. toch een gebrek aan kwaliteit van zowel Gelmi, maar zeker ook van Schäfer. Natuurlijk wordt Röseler flink gemist, hij zorgde voor de nodige organisatie achterin, maar dat kan Kum ook. Alleen is het grote verschil tussen Kum en Röseler dat Kum de snelheid mist die Röseler wel heeft en meer ovrtredingen maakt en dito kaarten oploopt. Maar Kum vind ik daarentegen opbouwend wel net iets sterker.

  2. twiggy11

    ik vind dat het middenveld ook wel een stapje meer moet doen in de verdediging zo zie je te vaak dat vito zijn man laat lopen En dan is er bij de tegenstander meteen een man meer situatie je moet ook zonder bal mee verdedigen en dat mis ik vaak op het middenveld .

  3. chretien

    De verdediging is minder. Dat is zeker tot nu toe het geval. Of het nog verandert? Ja, dat kan als de Koning en Driessen de best bij elkaar passende verdedigers opstellen. Daar voor behalve Post alleen twee of 3 half spelers die, wanneer nodig, meeverdedigen. Dus bijvoorbeeld van Crooij alleen opstellen als voorhoedespeler en hem opdracht geven zijn “tegenstander” in de gaten te houden…

Leave a Reply