Interview Voetbal International met Frank van Kouwen.
Acht maanden geleden kreeg Frank van Kouwen te horen dat hij aan darmkanker leed. Het lijkt erop dat hij de ziekte heeft overwonnen. Van Kouwen (net 31 jaar) hoopt bij FC Eindhoven terug te kunnen keren in het profvoetbal, nadat VVV-Venlo hem keihard had laten vallen. ‘Het gesprek met Mario Captein duurde maar 2 minuten. “Je hebt de eerste seizoenshelft ondermaats gepresteerd, dus je contract word niet verlengd”, zei hij.’
Afgelopen week heb ik voor het eerst weer op de fiets gezeten. Binnen, op zo’n hometrainer. Het is maar goed dat ik niet buiten ben gaan fietsen, want ik ging zo langzaam dat ik waarschijnlijk was omgevallen.
Voor mij is het goed dat ik onder begeleiding en onder toezicht kan revalideren. Ik ben blij dat FC eindhoven me die kans geeft. Mijn lichaam is niets meer gewend. Als ik maar even beweeg voel ik mijn darmen al. Ik moet echt helemaal op nul beginnen. ‘Het begon met bloed in de ontlasting. Ik schat dat het toch wel een maand of 2,3 heeft geduurd voordat ik ermee naar de dokter ben gegaan. Ik had zoiets van: Het zal wel een wondje zijn, ik had verder totaal geen klachten. Rachelle, mijn vrouw, heeft me naar de huisarts gestuurd. “Goed is het zeker niet”,zei ze. De huisarts dacht ook dat het niets bijzonders zou zijn, maar hij stuurde me voor de zekerheid door om andere dingen uit te sluiten.’
‘Op donderdag 16 December, 2 dagen na de wedstrijd tegen Roda JC, had ik het darmonderzoek en kregen we te horen dat het niet goed was. Er was een poliep gevonden en die was te groot om direct tijdens het onderzoek weg te halen. Ze hebben er een hapje uit genomen en dat op kweek gezet om te kijken of het goed dan wel kwaadaardig was. Ik moest zeker geopereerd worden om die poliep te verwijderen.’
‘Dan moet je een week wachten op de uitslag. Ik heb een beetje op internet zitten kijken en dat stelde me enigzins gerust. Darmpoliepen komen vooral bij oudere mensen voor , bij mensen die niet sporten, die niet gezond eten en in de meeste gevallen zijn ze goedaardig. In de loop van de week dacht ik: Het kan niet dat ik kanker heb. Het ging bij mij ook maar om 1 poliep, terwijl er genoeg mensen zijn met twintig of dertig poliepen.’
‘De 23ste moest ik terugkomen. Het bleek om een vroeg stadium te gaan van een kwaadaardige tumor te gaan. De dag erop ben ik gelijk onder de scan gegaan in verband met eventuele uitzaaiingen naar long en lever. De dokter gaf voor het onderzoek aan dat het een moeilijk verhaal zou worden als er sprake was van uitzaaiingen. De dood is dan heel dichtbij. Uit de scan werd duidelijk dat mijn tumor heel minimaal in de darmwand was gegroeid, terwijl die zich normaal gesproken pas kan gaan uitzaaien via de lymfeklieren als hij door de darmwand heen is. De kans dat mijn longen en lever waren aangetast, eas dus minimaal. Maar ja, dat was de kans dat ik een kwaadaardige tumor zou hebben ook.’
‘We zijn na kerst drie dagen naar Londen gegaan, Rachelle en ik. We hadden kaartjes voor Arsenal-Chelsea op maandag en zouden woensdag te horen krijgen of er uitzaaiingen waren. Die dagen waren de zwaarste die ik heb meegemaakt. Je haalt vanaales in je hoofd en het werd niet het uitje waarop we hadden gehoopt. Je houdt er toch rekening mee dat je misschien nog maar een paar maanden te leven hebt. Vooral ’s avonds in bed had ik het mentaal zwaar. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik echt gehuild heb. Nog niet eens voor mezelf, maar vanuit het besef dat die twee kleintjes straks misschien wel geen vader meer zouden hebben en dat mijn vrouw al zo jong weduwe zou zijn.’
‘Het vreemde was:Ik had totaal geen last van mijn lichaam. Ik trainde nog volop mee met VVV-Venlo en had genoeg energie. Het is natuurlijk heel erg vreemd dat je niks voelt en dat er in datzelfde lichaam een tumor zit die je kapot aan het maken is. Dat is ook het verraderlijke van kanker. In de eerste fase merk je er niks van, waardoor de kans op uitzaaiingen zo groot is. Als Rachelle me toen niet naar de huisarts had gestuurd, had het voor mij ook te laat kunnen zijn.’
‘Er bleken gelukkig geen uitzaaiingen te zijn en ik zou op 24 Januari geopereerd worden. Na nieuwjaar moest ik weer gaan trainen, maar we hadden besloten dat ik niet mee op trainingskamp zou gaan, Omdat ik behoorlijk wat afspraken had in het ziekenhuis. De kans was groot dat ik een stoma zou krijgen en ik moest bestraald worden. Er bleken los van die poliep, nog vier kliertjes in mijn darmen te zitten waarvan er een heel onrustig was, wat ook op een voorstadium van kanker kon duiden. Als de bestralingen niet hielpen, moest ik na de operatie met een chemokuur beginnen.’
‘In de week van 17 Januari zijn de bestralingen begonnen. Vijf keer, elke dag dus, moest ik daarvoor vanuit mijn woonplaats Weert naar Maastricht. Zo’n bestraling duurde twee minuten. Het goed leggen van mij duurde langer dan de behandeling. De week daarop volgde de operatie.’ Het was een operatie uit het boekje.”Super” zei die arts zelfs. Hij kon wel zien dat mijn darmen nog hartstikke goed waren. Ik hoefde gelukkig geen stoma. Maar het idee van: Je bent jong, je bent sportief dus je herstelt snel, bleek voor mij niet op te gaan.
‘Nadat ik op maandag was geopereerd had ik een drain gekregen voor bloedafvoer. Omdat ik veel bloed verloor besloot de dokter dinsdag nog een keer te opereren. Ik had 27 van die nietjes in mijn buik en de hele boel moest weer open. Die tweede operatie heeft me opgebroken. Twee keer die darmen eruit en weer erin, twee keer volledige narcose; dat heeft een enorme impact op je lijf. Ik heb een paar dagen knock-out op bed gelegen en lag maar naar het plafond te staren. Weer een fase dat ik het mentaal heel zwaar had. Waarom ik? Waarom nu? Het zijn simpele vragen, maar ze spoken constant door je hoofd. Je bent dertig en je kunt niks meer. Waarom niet als ik zeventig ben? Ik heb alles enorm onderschat. Ik dacht: Opereren, dat doen we wel even? Bestralen? Dat komt wel goed. En die chemo? Och, dat lukt ook wel. Ik stond er heel nuchter in. Heb ook zeker tot Maart altijd gesproken over een kwaadaardige poliep en niet over kanker. Pas tijdens de chemo realiseerde ik me dat ik echt heel erg ziek was.’
Milan is twee jaar hij besefte het allemaal niet zo, maar Bente is vier en was er heel erg mee bezig. Haar hebben we verteld dat er een monstertje in papa’s buik zat dat eruit gehaald moest worden. Bente is heel gevoelig, zij pikt alles meteen op. We hadden een kalender voor haar gemaakt, waarop ze steeds een streepje zette als de dag weer voorbij was, totdat de chemo er uiteindelijk opzat, daar kon ze zich dan op richten.
Het waren 8 kuren van 3 weken. Een half jaar. De eerste dag kreeg je de chemo toegediend. Dan veertien dagen tabletten slikken en de derde week rust. Die tabletten waren er elf per dag. De ene tablet zorgde ervoor dat de darmen wat rustiger werden, de ander stimuleerde ze juist weer. Ik werd er heel erg ziek van, vanaf de eerste dag. Dat duurde maar voort. De derde week moest ik van dinsdag tot vrijdag herstellen, zaterdag en zondag ging het wel weer, op maandag voelde ik me goed en op dinsdag kreeg ik weer een chemo. Ik dacht bij mezelf: Dit ga ik echt niet een half jaar redden.
Je kunt geen normaal leven leiden. Je kind roept:”Papa,kom eens even kijken”, en jij kunt niet opstaan, omdat je te ziek bent. Het was soms ook best mensonterend. Ik liep de hele dag na de wc, omdat ik dacht dat ik moest. Vaak was dat helemaal niet zo, maar soms was ik gewoon te laat en liep alles langs je benen. Dat wil je niet als je kinderen erbij zijn. Op een gegeven moment deden mijn billen ook zo’n pijn van het naar de wc gaan,dat ik elke keer onde de douche ging. Ik heb een nacht gehad waarin ik veertien keer mijn bed uitmoest om naar de wc te gaan. Dan ben je de volgende dag gesloopt. In totaal ben ik dertien kilo afgevallen. Ik woog nog maar 63 kilo. Bij alles wat ik deed, vond ik het al gauw te druk. En elke kuur lever je weer wat in. Na de derde kuur hebben ze me gelukkig een porto-cat gegeven. Dat is een implantaat dat de tabletten verving. Daarmee werden de darmen ontlast, want nu ging de chemo rechtstreeks via de bloedbanen.
Er kwam geen einde aan. Soms moest ik drie keer in een uur naar de wc en dan weer een halve dag niet. Ik durfde het huis niet uit. Ook emotioneel werd het zwaar. Ik ben eigenlijk nooit emotioneel en vrij introvert. Maar als ik nu een extreme home makeover op televisie zie, dan heb ik het al moeilijk. In dat opzicht ben ik wel veranderd. Af en toe had ik wel het gevoel dat Rachelle er meer mee zat dan ik. Zij was moeder, de vrouw van, ze was verzorgster en ze werkte er nog bij. Iedereen vroeg ook altijd alleen maar naar mij.”hoe is het met Frank, hoe is het met Frank?” Terijl het voor haar misschien nog wel zwaarder was dan voor mij. Ik was zo met mezelf bezig dat ik haar niet de aandacht kon geven waar ze recht op had. Ik hield me vast aan de gedachte dat ik weer helemaal zou genezen. Onderweg heb ik nooit gedacht dat het mis zou gaan. De vraag die me nu bezighoudt, is of mijn ziekte genetisch bepaald is. We hebben een erfelijkheidsonderzoek laten doen en het resultaat daarvan horen we volgende week. Dat vinden we heel belangrijk voor onze kindjes. Als het erfelijk blijkt te zijn, kan het misschien terugkomen. Die onzekerheid blijft toch. Ik heb al die tijd constant last van mijn darmen gehad. Altijd buikpijn, al acht maanden lang.
De laatste kuur was op 26 juli. Toen is letterlijk de vlag uitgegaan hier. Rachelle en de kindjes hadden lettertjes uitgeknipt en op het raam geplakt. Papa had het heel lang erg zwaar ,maar hij is nu eindelijk klaar,stond er. Dat was mooi. We hebben mijn ouders uitgenodigd, mijn zussen en de familie van Rachelles kant en een goede Limburgse vlaai aangesneden. Op 8 augustus heb ik nog een controle long/lever gehad en toen was het voor mij echt voorbij. De kans is nu gewoon heel klein dat er nu nog iets in mijn lichaam zit.
Toen het erop zat zijn Rachelle en ik naar Barcelona gegaan om dit allemaal af te sluiten. We hebben de wedstrijd tussen barcelona en real madrid bezocht om de spaanse supercup bezocht. Daar konden we zeggen: We zijn begonnen met arsenal-chelsea en het traject eindigt hier.
Met VVV is het heel vreemd gelopen. In de periode dat voor mij de bestralingen begonnen,had Wil Boessen het net als trainer overgenomen van Jan van Dijk. Wil is vanaf het begin heel betrokken geweest, net als Marco bogers, de commercieel directeur. Zij hadden veel contact met Rachelle omdat ik niet in staat was een telefoongesprek te voeren. Ook de spelersgroep is er goed mee omgegaan. Van januari tot half maart ben ik niet bij de club geweest, ik kwam niet eens buiten. Maar langzaam kwam de datum 1 april dichterbij en voor die tijd moest VVV laten weten of ze mijn contract zouden verlengen. Ik ging ervan uit dat mijn contract niet zomaar verlengd zou worden tegen dezelfde voorwaarden. Dat was niet reeel, snapte ik. Ik dacht: Ze ontslaan mij op papier en dan gaan we later in het seizoen om de tafel zitten om te kijken wat het vervolg is. Kunnen we allebei onze kant van het verhaal vertellen, prima. Ik hoopte dat ze misschien een kleiner contractje zouden geven, waardoor ik in ieder geval wat verdiende en in alle rust kon revalideren.
Op zaterdag 19 maart ben ik voor het eerst weer naar VVV gegaan. Die avond speelden we Willem 2, de week daarvoor had ik een shirtje gekregen van de spelers van excelsior met alle handtekeningen, ik heb een shirtje van Vitesse gekregen, een bos bloemen van MVV- daar stond ik allemaal wel van te kijken. Dus ik ging met Mario mee. Hij deed het licht aan in zijn kantoor en ik ging zitten. Hij zei:”Even over je contract.” We moeten voor 1 april beslissen, dat weet je. Het team draait natuurlijk niet zo goed en in de eerste seizoenshelft iedereen onder zijn niveau gespeeld. En jij ook. Je hebt gewoon onder je Niveau gepresteerd. Daarnaast gaan we verjongen, dus je contract word niet verlengd.
Ja, wat zeg je dan? Binnen twee minuten stond ik weer buiten. Verder zei hij niks. Niet van: We willen straks in mei eens kijken of we nog iets kunnen betekenen voor elkaar, We willen jouw kant van het verhaal graag eens horen, misschien kunnen we je ergens in helpen-niks! Alleen die mededeling. “ondermaats gepresteerd”. Ik had geen reactie. Wat moet je zeggen? Bovendien had ik wel wat anders aan mijn hoofd, ik had een hartstikke enerverende avond achter de rug en was doodop. Dit heeft me natuurlijk vreselijk geirriteerd. Hij had ook een afspraak kunnen maken om een keer langs te komen. Had ik me kunnen voorbereiden. Rachelle is meteen op Mario afgestapt en heeft gevraagd waarom hij het me juist op die avond meedeelde. Captein zei toen: “Elk moment is slecht.” Rachelle gaf toen aan de ze dit niet chic van hem vond. Wij hadden echt het gevoel dat hij dit even snel afhandelde, omdat het hem weer een uur in zijn agenda van de volgende week scheelde. Het besef kwam ook pas de dag erna. Het zat ons duidelijk niet lekker. Op zondag hebben we een mailtje opgesteld voor Marco Bogers, want met hem hebben wij in al die zes jaren bij VVV een heel goed contact gehad. Marco belde gelijk terug en hij stond ervan te kijken dat het zo is gegaan. Daarna heeft voorzitter Hai Berden contact opgenomen. Hai had me begin december een keer gebeld en sindsdien had ik van hem niks meer gehoord. In de tussentijd was het ook bij de supporters bekend dat mijn contract niet zou worden verlengd en dat had op de site al tot veel reacties geleid. Op maandagochtend hong Hai als eerste aan de lijn. Die dacht natuurlijk ook: Dit gaat niet de goede kant op. Hij vroeg of hij even langs kon komen en bleek toevallig net in de buurt van Weert te zijn. “Over een kwartiertje kan ik bij jou zijn” , zei hij. Hai bood zijn excuses aan voor hoe het was gelopen. Uit het gesprek bleek dat hij dacht dat ik nooit meer zou kunnen voetballen. Toen opperde Hai of ik geen andere dingen zou kunnen doen, naar mijn gevoel deed hij dat echt omdat er een hoop negatieve publiciteit aan het ontstaan was. Hai gaf aan dat ik in juli bij VVV kon revalideren, dat was hetgeen wat hij voor me kon doen. Daarna heb ik twee maanden niks meer gehoord. Na de wedstrijd tegen FC Zwolle, in de play-offs, was Hai ineens op de regionale tv zender L1. Daar gaf hij aan dat er met mij een gesprek was geweest over een nieuw contract en dat hij mij het advies had gegeven om geen contract te tekenen. Het zou namelijk een lager contract zijn en als ik na dat half jaar in de ww zou komen dan zou mijn uitkering veel lager zijn dan nu.
Ten eerste: Ik heb met Hai Berden nooit een gesprek gehad over een nieuw contract. Ten tweede heeft hij mij nooit het advies gegeven om geen contract te tekenen. Ten derde: Gaf hij ook nog aan dat ik zeventig procent zou krijgen van mij laatst verdiende loon, maar vergat te melden dat daar een maximum aan zit. Door die uitspraken van Hai kreeg je de indruk: Oh die van Kouwen heeft het eigenlijk nog hartstikke goed. De realiteit is dat ik nu meer dan tachtig procent van mijn loon heb moeten inleveren. Dus het beeld dat Hai schetste van: Hij moet niet klagen, klopt niet. En ook het beeld van: Wat zeurt die van Kouwen, hij heeft een aanbieding gehad, maar is er zelf niet op ingegaan, is onjuist. Wat voor zin heeft het om zulke onwaarheden in de pers te brengen? Het was volgens mij om zichzelf en de club goed te praten en te laten zien dat VVV zijn sociale gezicht heeft getoond. Dat irriteerde me. Wij zijn door VVV in de steek gelaten. Ik had al mijn energie nodig om te herstellen en dan kun je dit soort dingen er helemaal niet bij hebben. Dat is enorm frustrerend geweest. Eigenlijk wil je een situatie hebben waarin juist al die kopzorgen je uit handen worden genomen.
Toen Hai die uitspraken deed in de pers heb ik direct besloten niet meer terug te keren bij VVV. Vrij snel daarna kwam zaakwaarnemer Kees Ploegsma junior met FC Eindhoven op de proppen. Voor mij was het heel belangrijk te revalideren bij een club die vanuit Weert goed bereisbaar is. RKC Waalwijk wilde meedenken over een bepaalde constructie, Willem 2 was een mogelijkheid, MVV ook. Dus ja, er waren best clubs die meer meeleefden dan VVV, waar ik zes jaar heb gespeeld.
Ernest Faber, de trainer van Eindhoven, gaf me gelijk het gevoel dat hij me er echt bij wilde hebben om straks met mijn ervaring van meerwaarde te zijn voor de jonge spelersgroep die hij heeft. In eerste instantie als mentor in de kleedkamer en later ook op het veld. In principe was ik voor Eindhoven niet haalbaar, maar in de huidige situatie kunnen beide partijen er misschien profijt van hebben. Ik ben op amateurbasis aan FC Eindhoven verbonden. Het is de bedoeling dat ik in de winterstop weer kan voetballen, maar zoiets is natuurlijk moeilijk precies te plannen. Faber laat me overal vrij in. “Als je kom dan kom je, we zien het wel”. Op 30 juni ben ik even geweest bij de eerste training van de groep. Daarna heb ik wat oefenwedstrijdjes bekeken en nu kom ik steeds vaker. Faber heeft me in de kleedkamer al een keer bij de groep gehaald om die jongens voor te houden dat ze alles kunnen bereiken als ze maar willen knokken zoals ik heb moeten doen. Dat vond ik wel mooi.
De komende week start ik daadwerkelijk met mijn sportieve revalidatie. Afhankelijk van de medische tests in het ziekenhuis word het programma vastgesteld. Wat ik al zei: Ik zit nu op nul procent en moet alles opnieuw gaan opbouwen. Mijn spiermassa is minimaal en misschien ben ik straks wel heel erg gevoelig voor overbelasting, waardoor je een spierscheuring oploopt of zo. De winterstop zou mooi zijn; het kan november worden, maar misschien wordt het wel februari.
Als ik dit seizoen mijn rentree maak, dan zou dat fantastisch zijn. Het begint te kriebelen, merk ik. Ik krijg weer zin in voetbal. Er zijn genoeg dingen om me aan op te trekken. Ik ben nu bezig aan het boek van Lance Armstrong. In zijn verhaal herken ik veel. Bijvoorbeeld dat hij niet eens zo zeer bang was voor de dood, maar zich realiseerde: Ik kan niet meer wielrennen. Daar heb ik ook mee geworsteld. Kennelijk heeft het voetbal een grote betekenis voor me. Het is al 25 jaar mijn passie en het houdt me dagelijks bezig. Terwijl het eigenlijk natuurlijk veel minder belangrijk is dan je eigen gezin en gezondheid. Ik heb niet zo’n helder beeld van de rest van mijn sportcarriere. Agelopen seizoen had ik de ambitie een keer naar het buitenland te gaan. De kindjes zijn nog jong genoeg om die stap te zetten. Dat is dus niet doorgegaan en nu zou ik het komende zomer wel willen wagen. Aan de andere kant moet ik reeel zijn, het maken van een planning heeft nu geen enkele zin. Misschien speel ik nog wel 3 jaar bij FC Eindhoven. Ik zie mezelf nog wel een aantal seizoen voetballen. Als centrale verdediger moet ik nog wel een tijdje meekunnen. Verder ben ik bezig met mijn trainingspapieren. Ik heb TC2 en TC3 en wil over een aantal jaren ook wel TC1 gaan halen. In het verleden heb ik twee jaar lang de A1 van Wilhelmina ’08 getraind en dat lag me wel.
Of ik mijn ziekte achter me gelaten heb? Moeilijke vraag, ik heb nog wel last van mijn darmen, het vertrouwen in mijn lichaam moet nog terugkomen. Dus ben ik er dagelijks mee bezig. Alleen de onzekerheid van: Moet ik nou naar de wc of niet? Ik ben dus nog niet helemaal vrij in mijn hoofd. Ze hebben verteld dat ik beter ben, maar het besef dat het werkelijk zo is heeft nog tijd nodig. En soms twijfel ik ook. Straks in december heb ik weer een controle. Zien ze dan weer iets nieuws? Misschien dat ik werkelijk pas kan beseffen dat ik beter ben als ik straks weer voetbal. Het is een cliche, maar ik besef nu echt wat ik heb in het leven. Als gezin heb je een bepaald levenspatroon gecreeerd qua uitgaven. Omdat we nooit gekke dingen hebben gedaann, kunnen we het nu financieel goed opvangen. Daarnaast werkt Rachelle ook nog parttime. Er zijn mensen die het slechter hebben dan wij, dus klagen doen we absoluut niet. De kaartjes voor de wedstrijd in Barcelona kostte 500 euro per stuk. Duizend euro, dat is erg veel geld voor negentig minuten. Maar voor ons had die wedstrijd symbolische waarde. We hebben het gewoon maar gedaan. Het waren trouwens ook erg goede plaatsen, haha. Nu het voorbij is, zeggen we vaak tegen elkaar: Het is toch allemaal redelijk snel gegaan. Het had erger kunnen aflopen. De momenten waarop ik het echt zwaar had, beleef je alleen of met zijn tweeen. Daar wisten mijn ouders niet eens iets van. Ik hield mezelf ook wat groter dan dat ik was. Als iemand vroeg hoe ik me voelde, zei ik eigenlijk altijd wel dat het ging. Maar Rachelle is vaak genoeg naar de douche gekomen, omdat ik daar in mijn eentje zat te huilen. Als ik mijn gezin niet had gehad, weet ik niet of ik hier alleen uit was gekomen. Vaak lees je dat mensen in dit soort omstandigheden uit elkaar groeien of juist dichter naar elkaar toegroeien. Bij Rachelle en mij is gelukkig het laatste gebeurd.
Bron: Voetbal International