Wedstrijdanalyse vs Willem II & SC Heerenveen: Aanvallend

Voor het blote oog is het verre van genieten in dit lopende seizoen. We zijn 8 wedstrijd onderweg en we hebben 9 punten. Dat op zichzelf is best een prima prestatie, maar de wijze waarop er gevoetbald wordt is niet om over naar huis te schrijven. Dat is de algemene trend die men heeft in Venlo en omstreken. Persoonlijk denk ik dat er veel onzin gesproken wordt over mentaliteit en inzet, en denk ik dat het tactische plan van de technische staf niet werkt. In deze analyse kijken we naar het plan van VVV-Venlo in de wedstrijden tegen Willem II en tegen SC Heerenveen.

In de vorige analyse keken we voornamelijk naar de verdedigende aspecten van VVV-Venlo in de twee laatste wedstrijden, dit kun je hier lezen. In deze analyse concentreren we ons op de achilleshiel van dit VVV-Venlo: de aanval.

Formaties
VVV-Venlo begon in beide wedstrijden met een 4-2-3-1 formatie. Dat is de formatie die Maaskant tot nu toe vaakst heeft gebruikt (28%). Daarnaast gebruikt hij 4-1-4-1 (27%) en 4-3-3 (19%) het meest. De startformaties kun je in de afbeelding hieronder zien.

Opstellingen VVV-Venlo tegen Willem II (links) en tegen SC Heerenveen (rechts).

Tegen Willem II hield hij deze de hele wedstrijd aan, maar in de wedstrijd tegen SC Heerenveen werd de formatie aangepast. Na een eerste helft waarin VVV-Venlo met 0-2 ging rusten, werd er in de tweede helft voor een 4-4-2 opstelling gekozen. Soriano en Wright vormden het spitsenduo, met Soriano als diepste spits. Het viermans middenveld werd gevormd door Yeboah-Cattermole-Linthorst-Sinclair, waardoor Post naar achter werd geschoven.

De 4-4-2 formatie is iets waar Maaskant al enige keren aan gerefereerd heeft, maar relatief weinig heeft gebruikt. Deze heeft hij maar 5% gebruikt en dat is toch een laag cijfer. Daarnaast is het opvallend dat er in een viermans middenveld, twee aanvallers gebruikt worden.

Aanvallende positionering

Op de bovenstaande afbeelding zie je hoe VVV-Venlo staat opgesteld met het middenveld en de aanval. Tevens zie je ook de backs gepositioneerd, dit mede te maken met het feit dat deze spelers frequent deelnemen aan het aanvallende spel van VVV-Venlo, maar daar komen we later nog op terug.

In het rode blokje zie je het verdedigende middenveld van VVV-Venlo. Deze zogenaamde ‘dubbele 6’ wordt gevormd door Post en Cattermole. In principe zijn zij de eerste verdedigende linie, maar een van de twee schuift in het geval van de aanval mee naar voren. In praktijk is dit Cattermole geweest.

Op de afbeelding hierboven zie je het hoe het verdedigende blok staat in de aanvallende fase ten opzichte van de verdediging. Post speelt dichter bij de verdediging terwijl Cattermole juist meer de aanval opzoekt.

In de blauwe cirkel zie je de aanvallende middenvelders die de spits ondersteunen. Vaak wordt onze opstelling als een 4-3-3 weergegeven en dan met een ruit – het zit echter anders. Het middenveld is opgedeeld in aanvallende en verdedigende spelers. Wanneer er daadwerkelijk aangevallen word, dan schuiven de aanvallende middenvelder mee naar voren, waardoor je in principe 3 aanvallers hebt met een diepe nummer 10.

Hierboven zie je de drie aanvallers met Linthorst er kot achter. In deze formatie wordt er gespeeld met Wright die daarmee een andere rol vertolkt dan Soriano. Wright is het aanspeelpunt en kreeg ook veel ballen, maar daar zullen we het later in deze analyse nog meer over hebben. Op het moment dat Wright de bal heeft, gaan de vleugelaanvallers Yeboah en Neudecker eroverheen, in afwachting van een goede pass – om een actie te maken.

Passing
Qua passing is het altijd een beetje lastig om te zeggen wat dit nu betekent om aanvallend te spelen. Heeft het te maken met de hoeveelheid passes? De nauwkeurigheid? Of juist wat voor soort passes? In de onderstaande afbeeldingen zie je de passmaps van de wedstrijd tegen Willem II en tegen SC Heerenveen.

Wat aan de bovenstaande afbeeldingen opvalt is dat men in de wedstrijd tegen Willem II een stuk conservatiever speelt. Er zijn constant 5 spelers op eigen helft inclusief de keeper, terwijl dit in de wedstrijd tegen SC Heerenveen weer wat anders is. Je ziet dat er in principe maar drie verdedigende spelers zijn op eigen helft en dat Pachonik erg aanvallend speelt. Sowieso is er veel passverkeer tussen Röseler-Post-Pachonik, zijn proberen veel aanvallen op te zetten over de rechterflank.

Het totale aantal passes in de wedstrijd tegen Willem II was 371 en daarvan kwamen er 286 aan, wat een nauwkeurigheidspercentage is van 77%. In de wedstrijd tegen SC Heerenveen lag dat iets hoger met 79,82%. 360 van de 451 passes kwamen namelijk aan.

Opnieuw valt hier op dat de wedstrijd tegen Willem II voetballend minder slecht was en dat er in de wedstrijd tegen SC Heerenveen erg slordig werd gevoetbald. Dit kun je veel beter meten in het soort passes dan in de mate het totale aantal passes aankwam. De mate van aanvallend voetbal kan gemeten worden in forward passes, progressive passes, passes to final third en smart passes. Voordat we kijken naar dit soort passes, moeten we kijken naar wat deze precies betekenen.

Een forward pass is een pass die in de richting gaat van het doel van de tegenstander. Een progressive pass is een pass waarbij je een tegenstander voorbij gaat. Als je 8 tegenstanders voor je hebt en je passt naar je teamgenoot, en er zijn dan nog maar 5 tegenstanders voor je, spreek je van een progressive pass. Een pass to the final third is een pass die naar het laatste gedeelte van het veld gaat vanuit jouw perspectief. De zogenaamde attacking third waarbij je doel is om aan te vallen en doelpunt te maken. Als laatste heb je zogenaamde smart passes. Deze soort passes is lastig om concreet te omschrijven, maar het is een intelligente pass, een steekbal die voorbij 2-3 tegenstanders gaat.

Hieronder zie je het soort passes in de wedstrijden tegen Willem II en SC Heerenveen afgebeeld.

Willem IISC Heerenveen
Totaal aantal passes (percentage)371 (77,09%)451 (79,82%)
Forward passes143 (67,13)159 (66,67%)
Progressive passes85 (74,12%)111 (82,88%)
Passes to final third59 (66,1%)91 (63,74%)
Smart passes5 (20%)1 (0%)

Uit de bovenstaande tabel kun je aantal conclusies trekken. Tegen Heerenveen heeft VVV-Venlo een stuk meer balbezit gehad en ook meer passes verstuurd. Er zitten 80 meer passes in de wedstrijd tegen de Friezen dan tegen de Brabanders, maar dit is niet zozeer te zien in het vooruit spelen van de bal. Weliswaar gebeurde dit meer in de wedstrijd tegen Heerenveen, maar procentueel was het beter in de wedstrijd tegen Willem II. De aanval werd meer gezocht in de thuiswedstrijd, hetgeen je kunt zien aan het aantal passes bij progressive passes en passes to final thirds, maar het aantal smart passes was aan de lage kant. De creativiteit is van groot belang voor VVV en dat was er gewoon te weinig.

“De 10”
De meeste besproken positie in dit seizoen is de nummer ’10’ positie. Het is de positie van de aanvallende middenvelder die voor creativiteit moet zorgen en kansen moet creëren. In beide wedstrijden was dit Evert Linthorst. De jonge Venlonaar moest zorgen voor de voortvloeiing van de aanval en voor goede passes om tot kansen te komen voor de aanvallers, waar Neudecker het nog niet echt heeft laten zien.

In de afbeeldingen hieronder zie je de kansen die Linthorst heeft gecreerd in de wedstrijden tegen Willem II en SC Heerenveen.

Linthorst creërt in twee wedstrijd eigenlijk maar een kans, terwijl hij op een positie staat waar dat juist veel moet gebeuren. Wie moet het dan doen? Lastig te zeggen, maar een detail is wel dat Neudecker in twee wedstrijden twee kansen heeft gecreëerd en dat Cattermole in zijn verdedigende rol, de meeste kansen heeft gecreëerd, namelijk 3. Wellicht is het een oplossing op Cattermole iets naar voren te schuiven.

Schoten
Als er niet genoeg kansen worden gecreëerd dan resultaat dat ook niet een heel veel schoten, en dat was ook een van de grootste manco’s aan de afgelopen twee wedstrijden: te weinig schoten op doel. Hieronder zie je de schoten van VVV-Venlo:

Tegen Willem II werd er ook goed verdedigd door de tegenstander, waardoor VVV-Venlo maar 1 schot op doel wist te noteren en 10 schoten in totaal. Tegen SC Heerenveen had VVV zelfs minder schoten op doel, terwijl er toch veel meer aanvallend spel uit ging van de Venlose ploeg. Buiten de strafschop van Wright hebben we eigenlijk maar 1 schot op doel gehad en dat is echt te weinig in een thuiswedstrijd.

Het aantal schoten zegt ook niet alles, want het gaat ook om de kwaliteit van de schoten. De waarschijnlijkheid tot scoren kun je meten in Expected Goals (xG). Nu zijn er verschillende modellen, maar ik gebruik voornamelijk die van Opta en van Wyscout. In onderstaande afbeeldingen zie je expected goals gegevens van Wyscout.

De totale expected goals van VVV-Venlo in de wedstrijd tegen Willem II was 0,32 volgens Wyscout en volgens Opta was dat 0,49. Dat was aanzienlijk minder dan tegenstander Willem II en VVV-Venlo had dan ook pogingen die weinig gevaar opleverden voor het doel van de Tilburgers.

Tegen SC Heerenveen was dat een stuk anders. Er werd weliswaar minder gecreëerd, maar de kansen die VVV had waren wel een stuk gevaarlijker, dit kun je zien hieronder:

Nu heeft VVV-Venlo weliswaar een Expected goals cijfer van 1,56 bij Wyscout en 1,89 bij Opta, maar toch werd er niet gescoord. Dit heeft voornamelijk met het feit te maken dat Wright een penalty kreeg wat gelijk staat tot 76% tot de kans tot scoren en de grote kans van Soriano in de 52e minuut. Deze kansen zorgden al voor 1,36 xG.

Aanvallen
Hoeveel aanvallen heeft VVV-Venlo gehad in deze twee wedstrijden? In de wedstrijd tegen Willem II had VVV er 21 aanvallen en daar kwamen 3 schoten uit voort. De rest van de schoten kwam voort uit standaardsituaties. Tegen SC Heerenveen had VVV een stuk meer aanvallen, namelijk 36, maar er kwamen ook maar 1 schot uit voort. De drang naar voren is er wel, maar het vinden van de juiste oplossing is er nog niet.

Hierboven zie je de aanvallen die VVV heeft gehad in de twee wedstrijden en wat opvalt is dat in de wedstrijd tegen Willem II er totaal geen gevaar is ontstaan aan de linkerkant: alle vijf aanvallen liepen op niets uit, terwijl door het midden en aan de rechterkant genoeg gevaar was. Bij de wedstrijd tegen SC Heerenveen alleen de aanvallen aan de linkerflank voor gevaar zorgden, maar ook daar kwam maar weinig gevaar van.

Spitsenprobleem
Heeft een VVV-Venlo een spitsenprobleem? Ja en nee. Er wordt veel te weinig gescoord door de spits die speelt, maar het zijn wel spelers die het verschil kunnen gaan maken wanneer ze juist worden gebruikt. Als je kijkt naar de schoten van Soriano van Wright kun je stellen dat ze te weinig produceren op het moment.

Shotmap Wright
Shotmap Soriano

Als we even de cijfers erbij halen van de twee heren dan kunnen we aantal conclusies trekken. Allereerst de cijfers van de twee spitsen in dit seizoen:

Het valt op dat er weinig schoten zijn gelost in dit seizoen door de twee spitsen, maar de onderliggende cijfers zeggen iets interessant. Soriano heeft minder schoten, maar wel een hoger percentage schoten op doel + hij heeft een doelpunt gescoord en heeft een hoger nauwkeurigheidspercentage in de passing. Wright heeft daarentegen een hoger aantal dribbels, minder balverlies en een hoger aantal ontvangen hoge passes.
Het moet een stuk beter aanvallend, maar zolang er weinig kansen worden gecreëerd zal het niet veel beter worden.

1 Response

  1. Mooie technische analyse weer.
    Als je deze analyse zou hebben losgelaten op b.v. de uitwedstrijd tegen FC Utrecht, dan zou Evert Linthorst prachtige cijfers laten zien. Maar de laatste 2 wedstrijden speelde hij ondermaats, waardoor er nauwelijks iets gecreëerd werd en de wedstrijden kansloos verloren werden. Niemand anders die dan het stokje overneemt.
    Mijn hoop is nog steeds gevestigd op Neudecker, maar hij heeft het nog steeds niet laten zien…

Leave a Reply